top of page
  • Foto van schrijverWendy Luyks

Eva realiseert als hoopverlener dromen

Bijgewerkt op: 25 aug. 2022

Van licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschappen, naar medewerker in de hulpverleningssector tot een hoopverlener met haar eigen vzw. Dat is, kort door de bocht, het traject dat Eva aflegde. Met haar vzw SAMEN PLANNEN helpt ze, zoals zij het noemt, de zorgvuldige zorgzoekers. In haar Babbelbus trekt ze rond door heel de Kempen, om te zorgen voor verbinding en lichtpuntjes. Achter elk masker ontdekt ze het mooie aan de mens en vanuit die positiviteit gaat ze aan de slag met dromen.



Eva, jij werkte vroeger in de hulpverleningssector. Vanwaar het idee om SAMEN PLANNEN op te starten?


“Ik ben licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschappen, maar werkte jarenlang bij de dienst ondersteuningsplan voor personen met een beperking. Een klassieke hulpverlening vertrekt vanuit een aanbod en als je daar niet in past, dan val je uit de boot. Ik botste in mijn job op gigantisch veel grenzen, maar ik heb er toch veel geleerd. Mijn visie en mijn manier van werken is daar wel gevormd: werken met een netwerk, mensen in hun kracht zetten, talenten en passies in kaart brengen,…”


Je zegt dat je op grenzen botste. Hoe bedoel je dat precies?


“Ik droomde, en nog steeds, van een wereld waarin er een plekje is voor iedereen. Ik vind dat de regie in handen van de mensen zelf moet liggen. Iedereen heeft het recht om keuzes te maken in het leven, maar voor veel mensen is dit toch niet zo evident. Je wordt als mens gereduceerd tot je beperking of tot je kwetsbaarheid en dat voelde ik heel hard in mijn job. Ik wilde mijn visie breder opentrekken dan enkel voor die doelgroep waarvoor mijn organisatie geschikt was. Dus liep ik wel tegen wat muren aan.”


"Ik ben een impulsieve, naïeve dromer, maar als je hoog vliegt, kan je ook diep vallen"

Tot je in de zomer van 2017 ineens met een zot plan wakker werd: ik ga zelf iets uit de grond stampen!


“Ja, zo was het eigenlijk wel. SAMEN PLANNEN is heel impulsief gestart. Dat was na een opstapeling van frustraties, want zo gaat dat dan meestal. Ik startte de vzw op, maar ik combineerde dit nog een hele tijd met mijn job. En toen ben ik gecrasht in mijn job...”


Wat bracht dat teweeg bij jou?


“Ik voelde heel hard dat ik een verschil wilde maken en dat ik vooruit wilde met SAMEN PLANNEN. Ik voelde dat ik binnen mijn job niet kon doen wat ik wilde doen. Ik ben twee jaar thuis geweest, maar ondertussen ging ik wel verder met mijn vzw. Als je crasht, kan je twee dingen doen: je kan je laten gaan of je kan je leven terug oppikken en iets kiezen wat je gelukkig maakt. Dit was mijn medicijn.


Uiteraard ben ik mezelf in de loop van die twee jaar wel dikwijls tegengekomen. Ik smeet me hier vollen bak in, maar ik moest een balans zoeken, wat niet altijd evident was. Ik ben een impulsieve, naïeve dromer. Maar als je heel hoog vliegt, kan je diep vallen. Ik ben al 100.000 keer op mijn gezicht gegaan, maar dat is niet erg!”


Wat doe jij precies met SAMEN PLANNEN?


“Samen met mijn collega Paul doe ik eigenlijk heel veel, maar we zijn gestart met individuele trajecten. We werken vooral met kansarmen, daklozen, gevangenen, alcoholverslaafden, mensen met een burn-out of een beperking,…


Ik heb een allergie aan het hokjesdenken. Ik snap dat je mensen in een hokje moet indelen om je dingen praktisch georganiseerd te krijgen, maar ik vertrek niet van dat hokje. Iedereen is welkom bij ons, want iedereen heeft dromen en hoopt op iets. Het is wel zo dat ik graag werk met kwetsbare personen.”


"In vaktermen spreekt men van 'zorgwekkende zorgvermijders, wij spreken liever van 'zorgvuldige zorgzoekers'"

Wat zijn voor jou kwetsbare personen?


“Eigenlijk zijn wij in zekere zin allemaal mensen met onze eigen kwetsuren. Maar wij werken met mensen die dikwijls uit de boot vallen in de klassieke hulpverlening. In vaktermen worden zij zorgwekkende zorgvermijders genoemd, maar wij spreken liever over zorgvuldige zorgzoekers. Zij komen bij ons terecht via doorverwijzing door andere instanties zoals justitiehuizen, daklozenopvang, OCMW’s, gevangenissen,…


We gaan met hen in gesprek, vragen waar ze van dromen en we kijken hoe we die dromen kunnen realiseren. Zo brengen we hoop.


Toen we drie jaar geleden startten, werkten we nog puur vrijwillig. Verspreid over de hele Kempen gingen we op huisbezoek, maar daar hadden we best wel wat werk mee. Het was een klein initiatief, maar we beseften dat deze individuele trajecten ook op veel grotere schaal konden. Daar hadden we wel een locatie voor nodig…”



En toen ontstond het idee van de BABBELBUS?


“Inderdaad! Mijn collega wilde eigenlijk voor een caravan gaan. Dat is wat ik net bedoelde met ‘als je hoog vliegt, kun je diep vallen’. Ik doe soms dingen waarvan iedereen zegt: ‘Eva, alsjeblieft, doe dat niet!’. Toen we twee jaar geleden aan het praten waren over de aankoop van een mobiele locatie, zei ik direct dat ik géén caravan wilde. Ik ben 1.83 meter; daar kan ik toch niet in rechtstaan!


"Ik ben heel lang gefrustreerd geweest omdat ik zoveel wilde en het nu maar niet lukte. Terwijl je net dat 'nu' moet loslaten en vertrouwen moet hebben"

Het idee van de caravan was niet groots genoeg, maar op dat moment botste ik ook wel tegen muren. De twijfel sloeg toe en ook al voelde ik me bij momenten heel krachtig, toch nam toen de angst even de bovenhand. Ik ben heel lang gefrustreerd geweest, omdat ik zoveel wilde en het maar niet lukte. Waarom komt het nu niet? Terwijl je net dat ‘nu’ moet loslaten en vertrouwen moet hebben."


Het was dus wachten tot er iets op je pad kwam dat klopte?


"Ja, inderdaad. We hebben een jaar gezocht naar iets anders dan een caravan. We zijn een bedelorganisatie en hebben geen structurele bron van inkomsten. Mensen waar wij terecht komen, moeten niets betalen want dat zijn net die mensen die uit de boot vallen in de klassieke hulpverlening en zij hebben geen middelen. We werken met giften, vrije bijdragen en sponsoring.


Vorig jaar hadden we net genoeg op de rekening om iets aan te kunnen kopen. We vonden als bij toeval deze bus, die oorspronkelijk gebruikt werd als VIP-bus om gasten mee te nemen naar veldritten. Ik kon de bus aankopen, maar dan had ik nog geen budget om de renovatie te doen. Ik ben dan weer overal gaan aankloppen en uiteindelijk kregen we een grote gift waardoor we de bus konden inrichten. Sinds vorige zomer is de BABBELBUS gebruiksklaar en trekken we ermee rond in de Kempen.”


"Overheden en organisaties kunnen de BABBELBUS inhuren voor eenmalige acties of lange-termijnprojecten"

Is de BABBELBUS ook een manier om inkomsten te verwerven?


“Ja, want we krijgen geen structurele subsidies. Ik werk niet voor één specifieke doelgroep, wat maakt dat ik altijd een ‘nee’ krijg als ik ergens ga aankloppen voor subsidies. Nu hebben we een verdienmodel. We krijgen opdrachten voor de BABBELBUS die betaald worden door lokale overheden of organisaties. Wij trekken op hun vraag naar bepaalde wijken om daar eenmalige acties of lange-termijnacties te gaan doen.


Voor eenmalige acties dient de bus als een mobiele ontmoetingsplaats: we gaan naar een buurt, doen de deuren open, zetten onze terrassen buiten (los van Corona), we geven de mensen drinken en we zetten in op de ontmoeting met elkaar.”


Hoe zetten jullie in op verbinding?


“Heel de bus zit vol met inhoudelijk materiaal dat erop gericht is om elkaar en jezelf beter te leren kennen. Dit zijn spelletjes, films, boeken,…Je kan dit heel formeel doen: ‘We komen hier vandaag een spel spelen’, maar dat werkt zo niet. We laten mensen hun gang dus gaan met de spelletjes.


Het materiaal helpt om in verbinding te komen met elkaar en om vooroordelen weg te denken. Met het omdenkspel kan je bijvoorbeeld van problemen mogelijkheden maken, we hebben het kernkwadrantenspel om te ontdekken wat je talenten zijn,…”


En wat zijn de lange termijnprojecten?


“Daar willen we vooral op inzetten. In de Parkwijk in Turnhout zijn we nu gestart met een tweejarig project in opdracht van Blenders en De Stuyverij. We gaan daar een Stuyfplek creëren.”



Wat is een Stuyfplek?


“Dit is eigenlijk een open huis waar mensen gewoon zichzelf kunnen zijn. Vanuit die informele ontmoeting gaan wij goesting, dromen, passies en talenten detecteren en daar ook mee aan de slag gaan. Dat allemaal op een heel laagdrempelige manier.


We hebben van De Ark een leegstaande woning in gebruik gekregen, maar voorlopig kunnen we dit wegens Corona nog niet openstellen. Het was dus voor ons even zoeken naar de beste aanpak. Nu rijden we met onze Babbelbus een paar keer per week naar de Parkwijk om de buurt en de mensen te leren kennen. In het begin was dit vreemd, want niemand kende ons. We deelden dan gelukspoppetjes uit als ijsbreker, om zo aan een gesprek te kunnen beginnen. Meestal kwamen de babbels dan vanzelf.


Door Corona moeten we ons aan heel strikte maatregelen houden: we mogen onze komst niet aankondigen, we mogen geen eten of drinken geven en er mag maar één persoon tegelijk in de bus en maximum vier mensen buiten.


Sinds een maand hebben we nu de sleutel van de woning en het was de bedoeling om stilletjes aan te beginnen met de aankleding. Maar de mensen van de buurt hebben de woning al vol met meubeltjes gezet. We hebben alles gekregen. Soms kom ik daar aan en staat er een bloempotje voor de deur,…Ik krijg daar echt kippenvel van!”


"Corona heeft me doen beseffen dat niet enkel de grootse dingen tellen. Mensen hebben nu een lichtpuntje nodig"

Dat is toch teken dat mensen ook behoefte hebben aan zo’n plek hé?


“Absoluut. De Parkwijk is een sociale woonwijk met een negatieve perceptie. Ik las in de krant dat de wijk het Molenbeek van Turnhout wordt genoemd. Maar als ik hier kom, dan zie ik dat niet. Ik ben Turnhout en De Ark heel dankbaar dat we middenin een lockdown de kans hebben gekregen om te laten zien dat dit nu nodig is. Mensen hebben nu een lichtpuntje nodig.


Corona heeft me ook doen beseffen dat het niet enkel de grootse projecten zijn die tellen. Ik zie overal heel veel mooie dingen. Mensen die in collectieve schuldbemiddeling zitten en toch hun laatste centen van de week afgeven aan een dakloze. Ik zie veel zorg voor elkaar. Deze mensen zijn ook helden. Zij verdienen het om ook in de bloemetjes gezet te worden.”

Jij noemt jezelf geen hulpverlener, maar een hoopverlener. Leg dat eens uit?


“Ik heb mijn inspiratie gehaald bij Peter Dierinck, die schrijft over hoop verlenen. Ik kan me daar helemaal in vinden. Wat ons onderscheidt van de klassieke hulpverlening, is dat wij steeds vertrekken van de mens an sich, niet van diens verleden. Als ik in de gevangenis bij iemand kom, zie ik niet de dader die de feiten gepleegd heeft, maar de persoon achter die feiten. Ik zie in hun ogen pijn en verdriet, maar ook de twinkelingen als ze vertellen over hun dromen en passies.


Voor mij deugen alle mensen. Iedereen zegt dan: ‘Eva, doe niet zo naïef!’, maar zelfs de grootste crimineel mag je niet reduceren tot zijn daden. Ik keur het natuurlijk niet goed, maar ik kijk ook verder dan dat. Wie is de persoon die achter deze daden zit?


"Als ik met een gevangene spreek, zie ik in zijn ogen pijn en verdriet, maar ook de twinkelingen als hij vertelt over zijn dromen en passies"

Wat is het dankbare van jouw job?


Het goede en het mooie in alles kunnen zien. Achter elk masker het schone van de mens ontdekken. Vanuit die positiviteit aan de slag kunnen gaan met dromen; dat is echt een luxepositie. Ik ben niet degene die moet zorgen dat ze afkicken of terug een job vinden. Ik ben wel degene die naast hen staat en mee gaat in die droom. Ik ga meevliegen, samen met hen.


Sommige mensen zitten nog zo diep in de miserie dat ze nog niet aan dromen toe zijn. Wij zijn dan degenen die er gewoon zijn. Altijd, eender wat.”



Je gaat aan de slag met dromen. Hoe doe je dat precies?


“Onze aanpak is heel eenvoudig. Mensen komen naar ons voor een gesprek en beginnen met te vertellen waar ze van dromen. We brengen die dromen visueel in kaart: waar sta je nu, welke stappen heb je gezet, waar moet je eerst aan werken, wat staat er in de weg,… En vooral: wat heb je nodig en wie kan je helpen om je dromen te bereiken?


In deze fase van visualiseren brengen we ook de talenten en krachten in kaart. Niet enkel vanuit henzelf, maar vanuit veel meer perspectieven. Jij kan bijvoorbeeld van jezelf maar één talent opnoemen, maar als je gaat vragen aan je vrienden wat je talenten zijn, krijg je er waarschijnlijk veel meer. Je gaat dan stralen en je ziet: ik ben ergens goed in!


In een volgende stap zoeken we samen uit hoe we die droom kunnen realiseren. Onrealistische dromen hebben mag, de realiteit komt dan onderweg wel. Het ‘onderweg zijn’ is ook heel belangrijk in dit proces, want gaandeweg kunnen doelen en dromen misschien wel verschuiven.


In de Parkwijk is er bijvoorbeeld iemand die ervan droomt om Radio Parkwijk te maken. We hebben er een rapper ontmoet die een festivalletje wil organiseren in de wijk met een line-up van opkomend Turnhouts talent. Dan vlieg ik mee met zijn dromen en we zien onderweg wel waar we op botsen en waar we moeten ondersteunen.”


"Soms zitten mensen zo in de miserie dat ze nog niet aan dromen toe zijn. Dan zijn wij er gewoon"

Helpen jullie dan ook mee bij de organisatie van zo’n droom?


“Echt helpen doen we niet, faciliteren wel. Mensen moeten hun eigen krachten ontdekken en gebruiken, dus probeer ik zelf zo weinig mogelijk te doen. We leggen wel linken en connecteren mensen met elkaar. Dit is soms moeilijk om los te laten, maar ik kan het niet allemaal zelf vastpakken. Ik neem anders te veel hooi op mijn vork en dat zal altijd mijn valkuil blijven. Ik ben ook nog getrouwd en mama van drie kinderen. Ik moet mijn balans goed bewaken.”


Jij werkt met visuele verslaggeving. Hoe ziet dat er precies uit?


“Ik ga naar de mensen met een blanco boek. Elk gesprek wordt schematisch getekend en het boek blijft ook bij de mensen. Op die manier hebben zij de regie zelf in handen, helemaal anders dan hoe een psycholoog of therapeut werkt bijvoorbeeld. Wat zij opschrijven, is slechts een interpretatie. En die interpretatie in dat dossier bepaalt wel of je ergens een intake mag gaan doen of waar je in een hulpverlening binnen geraakt.


Ergens klopt dat niet hè. Ik wilde het dus anders aanpakken. Elk gesprek wordt schematisch weergegeven. Wat er in het boek staat, zegt wie je bent, waar je van droomt en waar je bang voor bent. En dan zie je dat mensen het boek meenemen naar hun psycholoog bijvoorbeeld als aanzet om hun verhaal te vertellen.


Het is dan geen dossier dat vertrekt vanuit diagnoses en problemen, maar vanuit dat positieve."


Is er een goede samenwerking met andere hulpverleningsorganisaties?


“Qua wederzijdse doorverwijzing is er een vlotte samenwerking. Wij krijgen aanmeldingen van diensten en we verwijzen ook vlot door, want we willen niet de rol van een OCMW of een afkickcentrum overnemen. Dat is eerstelijns-en tweedelijnshulpverlening, wat wij doen zit op de nulde lijn.


We werken echt vanuit de relatie, vanuit de nabijheid met onze mensen. In de hulpverlening wordt er heel hard ingezet op het bewaken van een professionele afstand. Ik doe het tegenovergestelde.”


Maar loopt dat soms niet in elkaar over?


“Ja, maar als hoopverlener moet ik niet een verwachting inlossen die er in de klassieke hulpverlening wel bestaan. Soms is het wel een grijze zone. Mensen hebben vaak de stap naar een eerstelijnshulpverlening nog niet gezet, of ze zijn al in een derde lijn geraakt en vallen terug,…


We nemen dus soms tijdelijk wel begeleidingstaken op ons in afwachting van een doorverwijzing, maar we hebben niet de ambitie om écht een hulpverlener te zijn.”


"Ik blijf ook dromen, veel te groot soms. Zo droom ik van een festival op de BABBELBUS deze zomer in de Parkwijk!"

Je helpt mensen met hun dromen, maar waar droom jij zelf nog van?


“Ik leef mijn droom eigenlijk. Ik heb niet het gevoel dat ik nu aan het werken ben. Maar door mijn verhaal te delen met de mensen, wil ik laten zien dat het voor mij ook een lange weg is geweest. Het vertrouwen was soms ver te zoeken en mijn kritische stem kwam geregeld naar boven. Deze kan ik nu gelukkig redelijk snel het zwijgen opleggen.


Als ik terugkijk op heel mijn levensweg, dan is het wel leuk om te zien hoe de puzzelstukjes zo mooi aan het samenvallen zijn. Op het moment zelf zie je dat zo niet, maar het is zo schoon om dat achteraf te beseffen. En dat is iets dat iedereen in het achterhoofd moet houden.


Ik blijf ook nog steeds dromen, veel te groot soms. Over de Stuyfplek bijvoorbeeld; we willen een instuyf doen en deze zomer in volle glorie een festivalletje op de BABBELBUS. Dat is op dit moment nog een onrealistische droom hé. De realiteit bestaat uit vergunningen aanvragen bij de stad, procedures doorlopen… Ik weet niet of het gaat lukken, maar we zien wel.


Mijn terrassen staan bovendien al klaar om buiten te staan en mensen te verwelkomen. De BABBELBUS is gereed om doorheen de Kempen te trekken en iedereen te tonen dat dromen realiseren écht mogelijk is, gewoon omdat ze het waard zijn.”


Lees meer over SAMEN PLANNEN vzw.

619 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page