top of page
  • Foto van schrijverWendy Luyks

Gedachten op hol... en hoe ze te stoppen

Bijgewerkt op: 7 jan.

“Het voelt alsof ik weer in een slecht scenario zit, waar angst de pen vasthoudt.” Dat schreef ik vorig jaar, aan de vooravond van mijn laatste preventieve operatie in verband met mijn brca (borstkanker)-verhaal. En zo voelt het weer, nadat mijn gynaecologe vorige week zei dat ze iets ‘verdachts’ voelde. Ineens nam angst het weer over. En hoe ga je daar dan mee om?



“Hoe is jouw zomer geweest?” (goed). “Op vakantie geweest?” (nee). “Nog veel last van je littekens?” (ja). “Gebruik je de hormonengel wel?” (oeps, nee). “Maak je je over iets zorgen?” (misschien). “Oké, je mag komen liggen.”


Het was weer tijd voor de jaarlijkse controle. Voor mij blijft dit altijd een heel spannend moment. Terwijl mijn gynaecologe doorpraatte over koetjes en kalfjes, voelde ik mijn onrust groeien. Voor degenen die hier nog niet zo lang meelezen: ik heb het brca-gen en hierdoor heb ik een verhoogde kans op borstkanker (85 %) en eierstokkanker (60 %).


Toen ik dit nieuws kreeg, ging ik hier mee om zoals ik dat met alle andere obstakels op mijn pad doe. Eerst onderzoeken wat het probleem is, daarna een actieplan opstellen om vervolgens alle stapjes één voor één af te vinken. Dus zo werden mijn borsten, eierstokken en baarmoeder de voorbije jaren verwijderd.


Mjjn gynaecologe zat middenin haar onderzoek, en een verhaal over haar voorbije reis, toen ze ineens stilviel. “Ik voel hier iets raar. Ik ga je doorverwijzen voor een echo.” Hoezo, iets raar?! En echo’s, dat moest toch niet meer?! Alle alarmbellen in mijn lijf gingen af en ik stond meteen op scherp.


Het bracht me ineens drie jaar terug. Wat als er nu weer van alles misgaat? Ik heb niet het gemakkelijkste brca-parcours gehad. Eerst bloedde ik bijna dood op de operatietafel, daarna kreeg ik een hele resem complicaties en toen ik na een aantal weken terug aan het werk ging, crashte ik volledig. Met een existentiële crisis tot gevolg.


Direct zat ik weer in mijn ‘ik heb altijd pech’-verhaal. Mijn hoofd ging in overdrive. Hoezo, ze voelt iets ‘raars’? Wat is raar? Waarom is dat raar? En wat betekent dat? Maar dat was vorige keer toch ook al zo? Of niet? Nee, dat is inderdaad erger geworden. Waarom moet mij dat nu weer overkomen? En wat nu? Er mag niks mis zijn, ik heb daar geen tijd voor! En moet ik nu écht serieus een hele week wachten voor ik duidelijkheid krijg?


Onderweg naar huis werden die doemscenario’s in mijn hoofd alleen nog maar groter. Eenmaal thuis raadpleegde ik dokter Google en dat is echt nooit een goed idee. “Hoe groot is de kans dat vrouwen na een preventieve amputatie toch nog borstkanker krijgen?” 5 % blijkbaar. Niet groot, maar natuurlijk maakte mijn hoofd daar direct een probleem van. "Jij zal wel bij die 5 % horen, net zoals je bij die zeldzame gevallen hoort waarbij een reconstructie misloopt."


In echte stresssituaties laten mijn gedachten mij alle hoeken van de kamer zien. Ik kan ondertussen wel naar het lastige gevoel eronder kijken, angst en onrust in dit geval. Maar het is niet omdat ik weet dat die spoken er zijn, dat ik ze leuk vind!


Mijn eerste reactie is nog steeds: vechten, vluchten of bevriezen. Bij mij uit zich dat dan in piekeren, de snoepkast induiken en me in het werk storten. Ik heb de hele website van Vlamdragers aangepast, echt. Alsof ik daar tijd voor had! Maar mijn hoofd wilde vooral bezig blijven en vond allerlei trucjes uit om mij aan het werk te zetten.


Het lichaam is iets heel slims, maar het kan het verschil niet zien tussen een werkelijke situatie en een gedachte. Wij nemen gedachten nogal snel serieus en bij elke gedachte reageert het lichaam alsof het de realiteit is. Het weet niet dat het slechts een gedachte is. Een zorgelijke, angstige gedachte betekent voor je brein en lijf: “Ik ben in gevaar!”. En zo reageert het ook. Maar ik denk misschien dat alles gaat mislopen, maar is dat ook écht zo. Dat kan ik niet weten he...


Dus dat vechten, vluchten en bevriezen is een heel normale, biologische reactie. Heel normaal, maar niet zo helpend. Want door dat piekeren, snoepen en werken ging ik volledig voorbij aan hoe ik me voelde. En hoe meer ik piekerde, hoe banger ik mezelf maakte.


Gelukkig had ik dit na een paar dagen door en kon ik mijn spoken bij de hand nemen. “Ja, logisch dat ik me bang voel.” Het is oké. En wat er dan onder die angst zat? Onzekerheid vooral denk ik; het niet kunnen controleren van de uitkomst.


Ik bouwde wat rusttijd in. Ik nam wat afstand van mijn gedachten. Ik maakte boswandelingen met de hond. Ik begon wat te schrijven. Ik deed meditatieoefeningen. Ik voelde me nog steeds ongerust, maar ik werd er niet meer door meegesleept.


En gisteren was het zover: echo-tijd. Enne… alles is oké! Het blijkt vetnecrose te zijn. Iets wat opgevolgd moet worden, maar niet zorgelijk is.


Dat brein van mij toch!


Liefs, Wendy

119 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page