Het is november 2013. Met licht bevende vingers typ ik de tekst die ik op een papier had opgeschreven, over op mijn computer. Mijn vingers beven omdat ze weten wat het doel van dit typewerk is: een eerste blog de wereld in sturen. Wanneer alle woorden getypt zijn, verspreidt de trilling zich over de rest van mijn lichaam.
De angst voor afwijzing neemt het volledig over nu. Ik hap naar adem en voel straaltjes zweet aan weerszijden van mijn romp naar beneden glijden. ‘Je hoeft dit niet te doen’, fluistert een stemmetje. ‘Komaan, gewoon doen’, zegt een ander. De laatste wint en ik druk op de ‘Publish’ knop. Het is gebeurd. Mijn eerste blog staat online.
Even later ga ik mijn dan achtjarige zoon opwachten bij de scouts. Ik heb het gevoel dat er dikke zwarte pijlen vanuit de lucht naar mij wijzen: ‘hier loopt een mislukking, iemand die denkt dat ze kan schrijven’. Het gevoel van schaamte zwelt aan tot ik het gevoel heb uit niets anders meer te bestaan. Ik knik bedeesd naar enkele bekende gezichten en richt mijn blik op de grond. Daar zou ik onder willen verdwijnen. Tot een bevriende mama met een grote glimlach naar mij toekomt: ‘Mooie blog Sofie, ik heb ervan genoten.’ Een warm golfje van opluchting rolt door de wolk van schaamte. Ik haal adem en glimlach.
In de jaren die volgden zou bovenstaand scenario zich nog vaak herhalen. Bij elke blog die ik publiceerde, liep het angstzweet van me af. En toch deed ik het. Aangespoord door de opdracht die Hannah Cuppen aan mij schreef in mijn exemplaar van haar boek ‘Liefdesbang’: ‘Lieve Sofie, schrijf de woorden die uit jouw hart komen en genees daarmee het kleine meisje in jou, zodat ze vol vertrouwen kan stralen!’
"Lieve Sofie, schrijf de woorden die uit jouw hart komen en genees daarmee het kleine meisje in jou, zodat ze vol vertrouwen kan stralen"
Terugkijkend zie ik dat ik de afgelopen tien jaar op regelmatige basis aangemoedigd werd door verschillende vrouwen en hoe deze vrouwen een bepalende rol hebben gespeeld in mijn ontwikkeling als schrijver. (Ik wilde dat laatste woord tussen aanhalingstekens zetten, want ben ik wel een echte schrijver? Maar ik doe het niet. Ik schrijf, dus ik ben een schrijver. Punt.)
Een belangrijke rol in mijn proces was weggelegd voor Hanne De Meester (what’s in a name?). Ik leerde haar kennen in 2003. Mijn tweede kind was net geboren en ik belandde in een donkere, benauwende plek. Hanne hielp me opnieuw het licht te vinden in mezelf. Negentien jaar lang was ze een belangrijke richtingaanwijzer in mijn leven.
Het is Paasmaandag 2022. Ik krul mijn benen op in de zachte zetel in een appartement aan zee. Ik ben alleen en adem diep in en uit. Eindelijk wat rust. Ik neem mijn telefoon en bel Hanne. Het doet deugd haar te zien op het kleine scherm. Ze glimlacht breed, zoals alleen zij dat kon, maar ik bespeur ook iets anders in haar gezicht.
Ze vertelt me dat de ziekte haar aan het overnemen is en dat ze niet meer zal genezen. Mijn hart knijpt samen.
‘Ik wil dat je nog één ding voor me doet,’ zegt ze zacht maar duidelijk. ‘Ik wil dat je je blogs die je de voorbije jaren geschreven hebt, bundelt in een boek. Voor mij.’
Het is juni 2022. Mijn eerste man gooit de knuppel in het hoenderhok van onze relatie. Ik besteed de maanden die volgen aan het proberen te reanimeren van een patiënt waarbij het hart al gestopt is met kloppen.
Het is oktober 2022. Mijn eerste man trekt de deur achter zich dicht. Het gaat ondertussen niet goed met Hanne. We maken een afspraak om te videobellen.
Ik wil haar vertellen over de relatiebreuk en tegelijk twijfel ik of ik dit nog wel zou delen. Anderhalf jaar ervoor had Hanne me nog gezegd dat ze geloofde dat mijn man en ik – ondanks de problemen – voor altijd samen zouden blijven. Ik zie Hanne op mijn schermpje verschijnen. Ze ziet er verrassend goed uit, maar na minder dan een minuut geeft ze aan zich niet goed te voelen. We ronden af. Dit is de laatste keer dat ik Hanne zal zien.
Het is 31 oktober 2022. Hanne gaat snel achteruit. Het is nu of nooit. Ik open mijn computer en in één langgerekte adem bundel ik al mijn blogs, maak een cover en laad mijn boek online op. Het leveringsadres voor het ene exemplaar dat ik bestel, is dat van Hanne.
Het is 5 november 2022. Hanne laat weten dat ze mijn boek ontvangen heeft. ‘Zit met tranen in mijn ogen. Heb net even snel doorgebladerd en heb het laatste gelezen. Zo mooi en dankbaar, heb nog geen woorden. Luv you.’
Het is 15 november 2022. Hanne stuurt een spraakbericht, omdat typen niet meer gaat. Ze zegt dat ze mijn boek prachtig vindt, en dat ik het moet uitbrengen, omdat het mooi is en leerzaam voor andere zoekenden. Ze is trots, fluistert ze. Ze huilt. Ik huil.
Het is 22 november 2022. Hanne verlaat haar lichaam.
Het wordt november 2023. Ik stel mijn nieuwe boek voor. Een bundeling van mijn blogs van de voorbije tien jaar. Het zijn stuk voor stuk verhalen, verteld met woorden die uit mijn hart komen. Het schrijven heeft het kleine meisje in mezelf geheeld.
Het boek komt er dus. Voor Hanne, voor jou en voor mij.
Comments