Ouder worden: is dit een thema waar ik over mag uitweiden? Het is beladen, want ‘je mag blij zijn dat je ouder wordt’ en ‘je bent maar zo oud als je je voelt’. Is dat wel zo? Ik ondervind vooral dat leeftijd een relatief gegeven is. Voor mijn schoonouders – kranige negentigers – ben ik een groen blaadje, voor mijn jongste collega ben ik zo oud als haar moeder, wat per definitie verschrikkelijk oud is.
Op Instagram deelde een dertiger onlangs de boodschap dat ze één keer iets zonder filter had geplaatst en dat ze dat zeker niet meer ging doen. Ik had niets opgemerkt. Voor mij zien alle dertigers er jong uit. Bij foto’s uit de oude doos tel ik. Op de ene foto is mijn moeder jaren jonger dan ik nu ben, op een andere foto is mijn grootmoeder zo oud als ik. Ik speur hun gezichten af en vergelijk ze met het beeld dat ik van mezelf heb.
En terwijl ik dit denk en schrijf, voel ik gêne opkomen. Dat ik blij mag zijn dat ik ouder mag worden. En dat is ook zo. In de lichamen van sommigen van mijn naasten huist een ziekte die aan hun toekomstdromen knabbelt. Voor zover ik weet, behoor ik tot de gelukkigen die niet met die wetenschap moeten leven. En toch. Eens die relativeringsgolf gaat liggen, zie ik ze in de spiegel: de rimpeltjes, de lijnen en de hangende huid.
De overtreffende trap van een spiegel is een foto. Het verschil tussen hoe ik mij voel en hoe ik eruitzie op een foto wordt met de dag groter. Vanbinnen voel ik mij nog even jong en naïef als vroeger, mijn buitenkant herinnert mij eraan dat dat niet geldt voor mijn verpakking. Al enige tijd wil ik liever niet meer op de foto. En ironisch genoeg besef ik dat ik binnen pakweg tien jaar naar een foto van vandaag zal kijken en vinden dat het allemaal nog best meeviel. Net zoals dat nu gaat met foto’s van jaren geleden.
De overtreffende trap van een foto is de blik in de ogen van iemand die jou al jaren niet meer gezien heeft. Zoals ik het onlangs ergens las ‘je voelt je pas oud door de ogen van een ander’. Precies dat. Twee jaar geleden liep ik een jeugdlief tegen het lijf. Na de initiële wederzijdse schokjes (wat leek hij op zijn vader!) zochten we elkaars ogen. Die ankerpunten in een gezicht die niet veranderen. Alles daarrond had een flash forward van vijfentwintig jaar ondergaan.
De blik in de ogen van iemand die jou al jaren niet meer gezien heeft: doe dat maal enkele honderden miljoenen en je krijgt oude vrienden. Letterlijk oude ‘Friends’. Je weet wel, Rachel, Monika, Joey, Ross, Chandler en Phoebe. Wereldwijd staat het beeld van hen als twintigers op de netvliezen van ontelbare mensen gebrand. Dan is er moed voor nodig om je dertig jaar later in dezelfde setting te tonen, al helpen in dit geval botox en andere ingrepen een handje. Ik keek met ontzetting en mededogen naar de reünie.
Terwijl ik mij omring met vrienden en vriendinnen die op een natuurlijke manier oud worden (als ik samen ben met mijn vriendinnen kraait er geen haan naar het gelijknamige pootje), verkeren zij in kringen waar de tand des tijds keer op keer professioneel - en liefst zo onzichtbaar mogelijk - getrokken moet worden.
Ouder worden doe je niet alleen. Het gaat stil en geleidelijk, één dag per keer, en dat voor ieder van ons. Samen schuiven we op in een volgorde die vastligt. In het grote geheel van de dingen is ons bestaan op aarde slechts een rimpeling op het water.
Sofie
Comments