Jezelf graag zien is dé basis voor gezondheid, zelfvertrouwen en vreugde. Marlou Kleve weet dat als geen ander. Als journaliste was ze altijd enorm kritisch voor zichzelf. Tot ze dankzij Kristin Neff, de leading lady van de zelfcompassie, leerde dat het ook anders kan. Nu geeft Marlou zelfcompassietrainingen en laat ze met haar boek 'Hartvol' zien hoe je die vernietigende zelfkritiek los kan laten. Zelfcompassie; wat is het en waarom is het zo moeilijk? Tijd voor een hartverwarmende babbel.
Zelfcompassie, wat is dat precies?
“Compassie betekent dat je opmerkt dat er iets pijnlijks aan de hand is, in de wereld of bij de ander. Bij zelfcompassie gaat het over jezelf. Je ontfermt je over jezelf, in plaats van je hart te sluiten of tegen je eigen pijn te vechten en het te ontwijken. Het houdt ook in dat je beseft dat pijn bij het leven hoort en dat je kijkt hoe je jezelf daar doorheen kan helpen, met mildheid.
Met andere woorden: je bent lief voor jezelf. Als je denkt dat jij dat niet kan, heb je fout gedacht. Iedereen kan het leren. We hebben allemaal het vermogen om compassie te voelen met onze medemens, dus waarom zouden we dat niet kunnen met onszelf?”
Waarom is zelfcompassie goed voor ons?
“Er is veel onderzoek gedaan rond de kracht van zelfcompassie. En wat blijkt? Mensen die zelfcompassie ontwikkelen, kunnen beter voor zichzelf zorgen en hebben een gezondere levensstijl. Bovendien schiet hun zelfvertrouwen en optimisme de lucht in. Ze voelen zich dankbaarder voor het leven. Dat leidt dan tot meer veerkracht en minder stress.”
"Bij zelfmedelijden identificeer je jezelf helemaal met het gevoel dat je hebt, bij zelfcompassie kan je jezelf zien vanop een afstand en mild zijn"
Veel mensen verwarren zelfcompassie wel eens met zelfmedelijden. Waar zit het verschil juist?
“Beiden worden inderdaad vaak door elkaar gehaald. Dat is ook de reden waarom veel mensen geen zelfcompassietraining willen volgen. Ze hebben schrik om in al de zielige verhalen weg te zinken. Toch is er een groot verschil tussen compassie en medelijden.
Bij zelfmedelijden identificeer je jezelf helemaal met het gevoel dat je hebt; je wordt overspoeld door bijvoorbeeld verdriet of boosheid en je verdwijnt in het verhaal van ‘arme ik’. Je gaat mede-lijden.
Bij zelfcompassie kan je jezelf zien vanop een afstand en mild zijn. Je beseft dat het gevoel aanwezig is, maar dat het niet de overhand neemt. Dat leer ik ook aan mensen in mijn trainingen: ‘er is boosheid in mij, maar ik ben het niet helemaal’, bijvoorbeeld. Een gevoel benoemen, dat helpt enorm. Het geeft aan wat je nodig hebt.”
Is het voor mensen moeilijk om naar dat gevoel te gaan?
“Het toelaten van emoties voelt voor velen ongemakkelijk. Ook voor mij; ik vluchtte lange tijd weg van mijn gevoel en ik was mezelf er niet eens van bewust. Gevoel en emotie heb je vaak niet onder controle en nemen vaak de overhand op de meest ongemakkelijke momenten. In tranen uitbarsten op je werk, bijvoorbeeld.
Naar je gevoel gaan begint vaak met te voelen hoe spannend je het vindt om te gaan voelen. De deur op een kier zetten en merken dat je toch iets van controle kan behouden. Beseffen dat de nare momenten bij het leven horen en dat je er niet volledig in moet duiken.”
Ze zeggen wel eens dat je door de pijn heen moet gaan om te kunnen helen. Daar is toch ook wat lef voor nodig? Is dat dan ook zelfcompassie? Compassie voelen met het stuk in jou dat boos of verdrietig is?
“Het is zo mooi dat je dat zo zegt: je moet er doorheen. Wij zijn vaak banger voor de pijn waarvan we denken dat die er is, dan voor het gevoel zelf. Veel zit in ons hoofd. Je bent bijvoorbeeld bang om te huilen, want je denkt dat je dan niet meer kan stoppen en dat je de rest van de dag verdrietig zal blijven. Je onderdrukt je verdriet dus.
"Compassie gaat over toelaten wat pijnlijk is, om dan te kunnen helen zodat het niet meer voelt als een verkramping"
Zo werkt het echter niet. Op het moment dat je contact maakt met je verdriet, komen inderdaad de tranen. Emotie is iets dat komt en gaat, maar van je afglijdt ook. Misschien voel je je na je tranen wel opgelucht.
Compassie gaat over het toelaten van wat pijnlijk is, om dan te kunnen helen en te transformeren zodat het niet meer voelt als een verkramping. Weten dat het er gewoon is, net zoals er in het leven fijne en minder fijne dingen zijn. Maar ons instinct zegt: ‘blijf weg van dat nare!’”
Speelt onze kritische stem daar ook een rol in? Gevoel is één ding, maar ons hoofd maakt er dikwijls iets veel erger van…
“Klopt. Onze innerlijke criticus is een soort commentator die steeds kritiek geeft op wat we doen en wie we zijn. Die stem zorgt ervoor dat we zo’n hoge eisen aan onszelf stellen.
Ik kan dat zeker beamen. Mijn gevoel tonen en me kwetsbaar opstellen; het voelde jarenlang als zwakte aan. Over anderen die zich onzeker toonden, had ik dan ook al snel een oordeel klaar.
Mijn kritische stem was enorm aanwezig. Ik zat natuurlijk in het milieu; als journaliste word je gedrild om geen fouten te maken. Ik was kwaad op mezelf als ik een onzekere opmerking had gemaakt of iets fout gedaan had. ‘Hoe kon ik zo stom zijn?’
Ben je hierin veranderd in de loop der jaren?
“Ik heb nog steeds schrik om niet goed genoeg te zijn. Door zo vaak kritiek op mezelf te hebben, kelderde mijn zelfvertrouwen. De laatste tijd kan ik de criticus in mezelf gelukkig wat meer relativeren.
De kritische stem in ons hoofd is niet altijd constructief, maar uiteindelijk is zijn bedoeling wel goed: ons beschermen voor pijn. Met dat in mijn achterhoofd lukt het mij om ook hier wat milder voor te zijn. En ik heb trucjes om hem de mond te snoeren, zo gaf ik hem bijvoorbeeld een grappige bijnaam.”
Hoe is de switch gekomen?
“Ik kon het niet meer opbrengen om zoveel werk te verzetten. Ik verloor de zin ervan en begon na te denken over de richting die ik uit wilde met mijn leven. Met heel wat oordelen ging ik op het pad van meer naar binnen te gaan kijken; met mindfulness en meditatie. Niet zweverig, maar net met beide voeten stevig op de grond. Dit was een zelfonderzoek waarbij de kwartjes op zijn plek vielen.
Ik werd mezelf bewust van hoe kritisch ik was tegenover mezelf en anderen. Eerder zag ik dat als een talent; in de journalistiek wordt kritiek gewaardeerd. Ik ontdekte echter dat het mij weerhield van écht in verbinding te gaan met anderen én met mezelf.
Gaandeweg leerde ik dat ik naast de kritische stem ook een compassievolle stem in mezelf had. Eentje die me kon troosten en kalmeren. Het tegengif van de criticus. Dikwijls horen we onze compassievolle stem niet, omdat de criticus té veel aan zet is. Met zelfcompassie-oefeningen kunnen we dan leren om de volumeknop van de kritische stem wat zachter te zetten.”
"Onze compassievolle stem is het tegengif van de criticus in ons hoofd"
Heb je hapklare tips om die compassievolle stem te ontwikkelen?
“Praat tegen jezelf alsof je tegen een vriend zou praten. Merk jij ook dat je altijd zachter bent voor anderen dan voor jezelf?
Of wens jezelf regelmatig iets vriendelijks toe. Je staat in de verkeerde rij aan de kassa, je bent te laat voor een afspraak, je kleding knelt… allemaal dingen waarbij onze kritische stem goed gedijt. Haal hier je vriendelijke stem naar boven. Wees tolerant en vraag jezelf af hoe je zorgzaam kan zijn voor jezelf en het ongemak dat je ervaart.
Een andere eenvoudige tip is om halverwege je dag even terug te kijken op de voorbije uren en één ding op te noemen dat goed ging. Het zit hierbij in de kleine dingen, die je dag de moeite waard maken. Ik ben bijvoorbeeld dankbaar voor onze stabiele internetverbinding tijdens dit gesprek. Tijdens één van mijn trainingen merkte een cursist op: ‘ik voelde dat ik naar de wc moest en ik ben gewoon gegaan in plaats van eerst mijn mailtjes af te werken’. Dat is zelfcompassie on the spot: jezelf bewust worden van je eigen behoeftes.
Iets wat ook helpt is kleine geluksmomentjes opmerken én waarderen. Ik noem het goudklompjes verzamelen. Dat heb ik ook moeten leren. Vaak zag ik het wel, maar liep ik toch door. Maar het doet écht iets met je brein als je er langer bij stilstaat en het opzuigt als een spons.”
Hoe kan je meer gevoeliger worden voor die goudklompjes?
“Ons brein reageert onmiddellijk bij negatieve gebeurtenissen: alle aandacht gaat er naartoe. Maar wat ons leven gelukkig en mooi maakt, valt veel minder op. Ons brein heeft 15 tot 20 seconden nodig voor het iets positiefs registreert.
Je zintuigen gebruiken kan helpen om echt stil te staan bij deze momenten. Rick Hanson, een Amerikaans onderzoeker, noemt dit ‘Taking in the Good’: het in je opnemen van het goede. Geniet van de geur én smaak van een verse koffie, zet een leuk muziekje op, zet een bloemetje op je bureau…
Mindful aandacht besteden aan deze kleine dingen vermindert stress, vergroot je zelfvertrouwen en eigenwaarde én geven je hersenen het signaal dat alles goed is.”
Kort door de bocht misschien, maar zijn wij dan genetisch bepaald om die geluksmomentjes niet te zien?
“Ja. De mens is geprogrammeerd om te overleven, niet om gelukkig te zijn. Maar wij kunnen meer dan alleen overleven. Wij kunnen de overstap maken naar ‘leven’. Stilstaan bij hoe mooi het leven is, hoe dankbaar we ervoor mogen zijn. Met mindfulness- en compassie-oefeningen kunnen we de switch maken in ons brein.
"De mens is geprogrammeerd om te overleven, niet om gelukkig te zijn. Maar wij kunnen meer: we kunnen de overstap maken naar 'leven'"
De valkuil is dat je altijd terugvalt in de conditionering van overleving en daar word je over het algemeen niet heel gelukkig van. Het is namelijk de basis van niet goed genoeg te zorgen voor jezelf. Het mooie is dan dat je zelf de kracht hebt om dit te kunnen keren. ”
Zo klinkt het wel heel gemakkelijk, hé…
“Het is ook echt zo simpel, maar we houden het van ons af. Ik geef toe, jezelf graag zien is nu een pak moeilijker dan vroeger. Onze maatschappij is heel jachtig en het gaat altijd maar over presteren en doelen bereiken. De druk van buitenaf ligt hoog en dat maak het moeilijk om te luisteren naar je innerlijke behoeften.
Het is belangrijk om in verbinding te staan met jezelf, want hoe beter dit lukt, hoe beter je ook in relatie kan gaan met anderen. Een positieve mindset en zelfzorg, daar wordt iedereen uiteindelijk beter van.”
Wil je mensen leren de kracht in zichzelf te laten ontdekken?
“Klopt. Ik merk veel wanhoop bij mensen. Het gevoel dat ze geen grip meer hebben op hun leven. Ik ga alleszins deze zomer van alles organiseren om mensen terug te verbinden, om opgebouwde stress los te laten en om mensen te laten verbinden met hun innerlijke bron. Daar ligt immers de toegang naar zelfvertrouwen, wilskracht, moed…
Ik was vroeger aan het wachten op iemand die van mij hield of op complimenten die ik kreeg. Dingen van buitenaf die mij gelukkig zouden maken. Ik leerde echter dat ik gewoon mezelf gelukkig kon maken en dat raakte mij diep. Je kan zélf iets doen voor jezelf en dat wil ik mensen graag laten zien.”
"Ik was vroeger aan het wachten op dingen van buitenaf die mij gelukkig zouden maken. Ik leerde dat ik gewoon mezelf gelukkig kon maken"
Als je één advies zou mogen geven aan mensen met onzekerheid of angst, wat zou dat dan zijn?
“Het eerste wat in mij opkomt is: er is hulp, je bent niet alleen. Blijf niet alleen met je gevoel. Ga praten met een professional of een vertrouwenspersoon. Dat is de eerste stap om iets te veranderen. Gedeelde smart is halve smart zeggen ze altijd, hé. Het delen geeft je een gevoel van verbinding en dan voelt alles minder zwaar.”
Komt er eigenlijk nog een tweede boek?
“Euh, ik ben niet aan het schrijven. Ik heb wel een zelfcompassie kaartenset gemaakt. De volgende stap is inderdaad wel een boek, maar die moet ik nog schrijven. Ik wil graag iets doen rond stembevrijding en het gebruik van je stem. Hoe je jezelf naar buiten kan brengen in klank en hoe je emoties kan voelen door er met klank iets mee te doen.”
De klank van zelfcompassie?
“Ja misschien, dat klinkt wel goed. Veel mensen vinden het wel interessant, maar ook spannend. Het is nodig om mezelf dan wat zichtbaarder te maken en er meer mee naar buiten te komen. Voor mij is dat de volgende stap: ik ben goed zoals ik ben en ik zet mezelf zo in de wereld. Iedereen brengt zichzelf naar buiten, maar soms begint dat letterlijk met daar klank aan te geven.
Het gaat dan over zingen, maar ook over ‘ja’ zeggen tegen iets wat je spannend vindt, of over ‘nee’ zeggen. Het gaat ook over dat je mag huilen van jezelf, of jezelf toelaten om boos te zijn. Ik ben nog wat aan het zoeken hierin. Het voelt wel spannend dat ik nu luidop heb gezegd dat ik hierover een boek wil schrijven…”
Als iets moeilijk voelt, dan wil dat ook wel iets zeggen hé?
“Mijn innerlijke criticus zegt: ‘wie denk je dat je bent om daarover te willen schrijven?’ Maar ik heb ‘m wel door. Hij hoeft niet weg en tegenwoordig gaat mijn leven hier wel over: de dingen aangaan. Als het niet eng is, dan groei je ook niet meer. Vroeger zou ik niet eens gevoeld hebben dat ik het spannend vind. Mijn strategie was erover heen stappen en mezelf groter voordoen dan ik was; bluffen.
Dat was niet de compassievolle weg. Nu voel ik dat ik het spannend vind, het raakt mij en ik spreek het ook uit. Dat voelt kwetsbaarder, maar anders zou ik in een harnas leven en dat wil ik niet meer. Dan zou ik ook niemand bereiken. Ik ben nu aan het delen wat ik zelf aan het leren ben, want ik loop ook nog tegen dingen aan. Ik ben op pad, samen met iedereen.”
Meer informatie over Marlou Kleve en haar boek? Lees het hier.
Mijn eenvoudig, gezond boerenverstand heeft me altijd al voorgehouden dat wie zichzelf niet graag ziet ook anderen niet graag kan zien. Mindfulness avant la lettre als het ware...😀