Na meer dan dertig jaar samen, ben ik terug alleen. Mijn lichaam voelt als een trein na een noodstop, waarin door de wet der traagheid alle inhoud op een hoop terecht is gekomen. Ik slik, adem in en uit, in en uit. Ik leef nog. Ik leef nog. De dagen komen en gaan. Eén dag per keer.
Er zijn dagen van droefenis om wat er niet meer is en nooit meer zal zijn.
Er zijn verdoofde dagen, waarin een getrainde automatische piloot de lijn van de dag uitzet en ik volg.
Er zijn dagen die zo vertrouwd aanvoelen dat alles een slechte droom lijkt waaruit ik elk moment zal ontwaken.
Er zijn boze dagen, waarin sneren en snauwen zich samenballen tot krachtige, explosieve zinnen, die blijven steken in mijn keel.
Er zijn dagen van nieuwe pijn, om de pijn van hen die ik het liefste zie en aan wie ik diep vanbinnen gezworen had hen dit nooit aan te doen.
Er zijn dagen van oude pijn, die zich onverbiddelijk aanbiedt in al haar lagen. Het is nu aankijken en doorvoelen of voor eeuwig terug begraven.
Er zijn kortademige dagen, waarin ik naar adem hap en mijn hart en maag één massieve klomp vormen.
Er zijn bange dagen waarin ik de dag van vandaag projecteer en uitsmeer over de volgende dertig jaar, waarin ik nooit meer die ene betekenisvolle persoon zal zijn voor die bijzondere andere.
Maar…
Er zijn ook dagen waarin ik het licht en de pracht van de dag zie en ik de zuurstof dubbel diep opsnuif.
Er zijn dagen waarop plannen en ideeën zoemen onder mijn hersenpan en mijn hart sneller doen slaan.
Er zijn dagen van uitkijken naar en genieten van vrolijk gezelschap, een luisterend oor, een oog dat mee traant en dan de medaille met een ruk omdraait, want kijk, daar gloort de toekomst.
Een nieuw decennium breekt weldra aan voor mij. Over de drempel van vijftig kies ik voor mijn leven. Voor alles wat er is. Voor alle dagen, van de diepste wanhoop tot de nog diepere dankbaarheid.
Op al die dagen – zonder uitzondering – is liefde het antwoord.
Elke dag tel ik mijn zegeningen: mijn prachtige kinderen, mijn loyale familie, mijn heerlijke vriendinnen, mijn trouwe vrienden, mijn taaie lijf, mijn straffe kop, mijn vervullende job, mijn lieve collega’s en ergens diep in mijn kern een onverwoestbare drang om te leven , als een vlam die nooit dooft.
Sofie
Ontroerend mooi lieve Sofie. Maar het bovenste deel van de tekst is ook zo hard, zoveel verdriet teveel bijna. Maar het laatste deel laat een strijdvaardige moedige Sofie zien zo kennen we haar: een sterke vrouw die er doorkomt met veel verdriet en veel geduld. Ik wens het je toe, rapper dan gedacht licht aan de einde van de donkere tunnel. Lieve groetjes tante Mai!