Het dunne boek had een onopvallende kaft en stond tussen de vele andere boeken in de kast van mijn ouders. Ik was een jaar of zestien en vond de titel van het blijkbaar populaire boekje het vaagste ooit: “Ik ben o.k. - jij bent o.k.” (met puntjes tussen “o” en “k”). Ik begreep niet waarom de auteur geen sprekender woord had gebruikt: “ik ben tof” of “ik ben boeiend” of iets in die strekking.
De combinatie van de saaiheid van het kaft, de vaagheid van de titel en de populariteit van het boek intrigeerde mij. Ik zal meteen bekennen dat ik het boek nooit gelezen heb, dus over de inhoud kan ik niets zeggen. Wat ik nu besef, is dat de drijfveer onder mijn zoektocht van de laatste jaren – en misschien bij uitbreiding de zoektocht van mijn hele leven – precies dat is. Dat ik ten volle zou voelen en aanvaarden dat ik oké ben. En ja, gewoon oké zou al meer dan genoeg zijn. De vaagheid is vervlogen, nu ik de waarde van de titel tot in mijn botten voel.
De voorbije maanden voerde ik ontelbare gesprekken, met vriendinnen, familieleden, collega’s en met professionele luisteraars. Drie om precies te zijn: de coach waar ik al enkele jaren naartoe ging, een psychotherapeute die ons gezin al kende en een psychiater met specialisatie in trauma. Drie mensen die elk op hun eigen manier ruimte geven aan mijn verhaal, vragen stellen, spiegelen, kaderen en herkaderen. Elke keer opnieuw.
Ik besef dat de levensgrote vraag die mij de voorbije maanden en jaren telkens weer deed uitreiken naar begripvolle aandacht en bedding en mij bij momenten de keel dichtkneep, het simpele “ben ik oké?” is. Ben ik oké of ben ik echt dat onmens dat ik geworden leek te zijn in de laatste jaren voor de breuk? Want dit is hoe ik mij voelde: een on-mens.
En dus begon ik na de breuk op de complete bodem. Wat niet helemaal klopt. De eerste maanden vond er immers nog afbraak plaats, van overtuigingen en zelfbeelden die zich hardnekkig in mezelf genesteld hadden, als zwammen op een boomstam.
Er openden zich nog lagen, tot ik mezelf met mijn nagels voelde krassen op de bodemplaat van mijn bestaan. Of dat is toch wat ik denk: dat ik daar was en niet meer dieper kon. Van dat diepste punt gaat een soort rust uit. Zoals wanneer je uit een vliegtuig stapt en opgelucht beseft dat je terug met je twee voeten op de grond staat. Neerstorten kan dan niet meer.
Zo’n 35 jaar nadat mijn blik voor het eerst op dat bruinige kaft van het boek met de vage titel viel, proef ik elk woord ervan. Ik ben oké, jij bent oké.
Misschien moet ik het toch maar eens lezen.
Liefs,
Sofie
Lieve Sofie,
Wat schrijf je mooi😍.
Oprecht en uit je hart💖
Herkenning voel ik bij het lezen van je blog "ik ben oké, jij bent oké.
Niet voor niets kwam je het boekje weer tegen. Niet voor niets kom ik jou blog weer tegen🤔😊.
Dank je wel voor het delen🙏🏻
Iederen een mooie fijne, liefdevolle dag🌼
Liefs Juud🪶