top of page
Foto van schrijverWendy Luyks

Evi en Eric maken voedselpakketten voor kansarmen

Bijgewerkt op: 25 aug. 2022

15 procent van de Belgen leeft onder de armoedegrens. 1,5 miljoen Belgen heeft honger. Droge cijfers, maar armoede is eigenlijk niet in cijfers te vatten. Dat weten Evi Loockx en Eric Hermans maar al te goed. Drie keer per week maken ze belangeloos voedselpakketten voor 120 gezinnen, goed voor zo'n drie ton voedsel dat ze wekelijks verdelen. Voor sommigen zijn zij een opstapje, voor anderen een toevluchtsoord. Een vlammende babbel over bevlogenheid, de frustratie over een eerstelijnshulpverlening die niet op één lijn zit en een groeiend plaatsgebrek.



Wat doen jullie precies met Grensloos?


“We zijn een vzw voor iedereen die het om wat voor reden dan ook financieel even wat moeilijker heeft. Al een vijftal jaar zijn we actief op het gebied van voedselbedeling. Drie avonden per week kunnen mensen bij ons terecht voor een samengesteld voedselpakket en een babbeltje bij een tas koffie. Op dit moment helpen we zo’n 120 gezinnen en dat aantal blijft, jammer genoeg, nog steeds groeien.”


Vanwaar het idee om hiermee te starten?


“Mijn jeugd is voor een groot stuk wel bepalend geweest. Ik heb geen zwaar verleden, maar ik kom wel uit een zeer verslavingsgevoelig gezin. Mijn moeder is pas heel laat gaan beseffen wat het was om kinderen te hebben. Ik ben zorgdrager geworden voor mijn broers op mijn achtste. Ik hielp hen vooruit, terwijl dat eigenlijk mijn taak niet was. Ik denk dat het zorgende dus altijd wel in mij heeft gezeten. Tijdens mijn opleiding Toegepaste Psychologie besefte ik dat ik echt een verschil wil maken, maar wat ik zag was maar het tipje van de ijsberg.


"Echt iets voor mensen betekenen, wil zeggen dat je van je sokkel moet durven komen"

Bij veel overheidsinstanties zie ik zo’n grote afstand tussen hulpverleners en hulpbehoevenden, maar echt iets voor mensen betekenen, wil zeggen dat je van je sokkel moet durven komen. Toen wij hier startten, had ik elke maatschappelijk assistent van de gemeente uitgenodigd om een dagje te komen meedraaien. Zo konden ze zien wat ons werk inhoudt. Ik heb er toen maar eentje gezien. Zo’n gemiste kans…”


Werken jullie met bepaalde criteria waaraan mensen moeten voldoen voor ze bij jullie terecht komen?


“Onze norm luidt als volgt: als je financieel om welke reden dan ook beperkt wordt in het consumeren van gezonde voeding. Als het je niet lukt om elke dag verse groenten te eten, of een stukje vlees te kopen bijvoorbeeld.


Wij willen een situatie niet beoordelen en daarom werken we met doorverwijsbrieven. Er moet een vertrouwenspersoon zijn, want dat geeft ons de kans om neutraal te blijven. We hebben te maken met zo’n broze relaties. Als je dan gaat oordelen wie welkom is en wie niet, dan creëer je een enorme afstand. De neutraliteit en vertrouwelijkheid maakt dat Grensloos een veilige plek kan zijn voor hulpbehoevenden. Al is dat wel heel dubbel natuurlijk.”


Op welke manier is dit dubbel?


“Wie heeft recht op een voedselpakket? Dat wordt bepaald door iedereen die in de eerstelijns linie staat: een OCMW, een CAW, huisartsen, psychiater,… Zij bepalen de norm, maar het probleem is dat die norm voor iedereen anders is. Er is geen lijstje met criteria die we kunnen gaan afvinken waardoor we kunnen zeggen: ‘jij komt in aanmerking en jij niet.'"


Om in aanmerking te komen voor noodvoedselhulp, wordt er nagegaan of iemand voldoende bestaansmiddelen heeft. Hekelen jullie het feit dat er hier geen eenduidigheid over bestaat?


“Absoluut. Er wordt gekeken naar het besteedbaar inkomen dat mensen maandelijks overhouden na betaling van de vaste kosten. Maar over de leefbaarheid van dat besteedbaar inkomen bestaat naar ons gevoel nog veel onduidelijkheid.


Wij pleiten er al van onze start in 2015 voor om te kijken naar de hele situatie. Een Belg is heel goed in het verbergen van wat werkelijk leeft achter zijn gevel. Iemand kan 2.000 euro per maand binnen krijgen, maar als die 3.000 euro per maand aan schulden moet afbetalen om wat voor reden dan ook, dan heb je een probleem. Dat maakt hem niet minder hulpbehoevend dan degene die met zijn 1.000 euro per maand de eindjes aan mekaar moet knopen.


"Of je recht hebt op een voedselpakket, wordt bepaald door de eerstelijnshulp. En wie je voor je hebt zitten, bepaalt soms of je een doorverwijzing naar ons krijgt of niet"

Binnen een OCMW kan één maatschappelijk werker zeggen dat 50 euro per week genoeg is om toe te komen, terwijl de andere zegt dat dit te weinig is. Een bezoeker bij ons kreeg te horen dat hij zijn wagen maar moest verkopen. Dat is geen oplossing hé, zeker niet als je de wagen nodig hebt om je kinderen naar school te brengen.


Wie je voor je hebt zitten, bepaalt soms of je een doorverwijzing krijgt of niet en dat vinden wij verschrikkelijk. Iedereen beoordeelt een situatie op een andere manier. Als je niet de bereidheid hebt om écht met de hulpbehoevenden in gesprek te gaan, lijkt het mij moeilijk de ware norm te bepalen. Om armoede écht te begrijpen, moet je openstaan voor de leefwereld van die mensen in armoede. Alles begint met de bereidheid om te luisteren. En daar ontbreekt het soms aan.”

"Niets houdt jou tegen om een persoon in nood mee te dragen tot op het punt dat die hulp nodig heeft. Maar dat bewustzijn moet nog groeien"

Terwijl het dikwijls al heel moeilijk is om de stap naar een OCMW te zetten…


“Ja, inderdaad. Je voelt je heel kwetsbaar als je moet smeken om een doorverwijsbrief. Je moet daar gaan bewijzen waarom je nood hebt aan een noodvoedselpakket. Op zo’n moment voel je jezelf nog maar heel klein.


Het is heel moeilijk om hulp te vragen. Ook wij, als buren, vrienden of dorpsgenoten,…hebben daar een rol in. We mogen niet blind zijn voor het leed van anderen. Zorg dragen voor elkaar is echter niet meer zo vanzelfsprekend.


Niets houdt jou tegen om een persoon in nood mee te dragen tot op het punt dat die hulp krijgt. Maar dat bewustzijn moet nog groeien. Voor velen is armoede een ver-van-mijn-bed-show, terwijl het eigenlijk echt overal is. Zelfs achter de mooiste gevels.”


Wat is armoede volgens jullie?


“Wij spreken over kansarmoede en dat is meer dan gewoon een geldtekort. Het gaat om uitsluiting op verschillende maatschappelijke domeinen en die domeinen zijn met elkaar verweven. Mensen met een laag inkomen zijn slecht gehuisvest en stappen minder snel naar de dokter. De onderwijskansen van kinderen uit kwetsbare gezinnen zijn bovendien ook lager. Het is een netwerk van uitsluiting dat elkaar in de hand werkt.


Eén op zeven gezinnen krijgt de eindjes niet aan elkaar geknoopt, maar armoede is nooit volledig in cijfers te vatten. Statistieken vertellen niet wat armoede met mensen doet, hoe armoede kan wegen op mensen. Stel je maar eens voor dat je jouw kind zonder brooddoos naar school moet sturen. Hoe zou jij je voelen?”


Wat is het verschil tussen jullie en andere organisaties die aan voedselbedeling doen?


“We zijn gestart met het idee om op kleinschalig niveau een verschil te maken in de maatschappij. Ons initiatief loopt op mensenmaat en dat is altijd onze insteek geweest. Door zo dicht bij de mensen te staan, kan je met kleine dingen een enorm grote impact maken. Niet door zes maanden te vergaderen over hoe je grote subsidies kan binnenhalen. Niet door een groot openingsfeest te houden met wijn en een frietkraam,.. Het stoort ons als we zien hoeveel gemeenschapsgeld er soms op die manier verspild wordt en waar de doelgroep niets aan heeft uiteindelijk.


"Een groot uithangbord zou dan wel heel sexy staan, maar investeren in zichtbaarheid betekent minder investeren in onze mensen en daar willen we niet op inboeten"

Het blijft een moeilijk evenwicht. Eigenlijk zouden we wat commerciëler moeten denken, om op die manier te proberen zoveel mogelijk subsidies te krijgen, zodat we nog meer mensen zouden kunnen bereiken. Een groot uithangbord voor ons huis zou dan wel heel sexy staan, maar dat past niet bij ons. Investeren in zichtbaarheid betekent minder investeren in onze mensen en daar willen we niet op inboeten.


En ik weet het wel, je hebt fondswerving nodig, maar dat blijft een dunne koord om op te balanceren.”


Jullie werken ook grensoverschrijdend, wat wil dat precies zeggen?


“Wij willen ons niet beperken tot onze eigen gemeente Ravels. Iedereen die hulp nodig heeft, ongeacht waar hij of zij woont, is bij ons welkom. Dat is een heel bewuste keuze geweest. Soms gebeurt het dat je een voedselpakket krijgt in één gemeente, maar als je dan verhuist naar een andere gemeente heb je daar ineens geen recht meer op. Dat is toch absurd? We wilden dat dus absoluut vermijden. Ik denk zelfs dat wij de eerste Kempense organisatie waren die zo redeneerden.”


Hoe ziet een gewone dag er bij jullie uit?


“Dagelijks rijden wij onze winkels af om de voedseloverschotten op te halen. Dat doen wij allemaal zelf. Ondertussen hebben we een heel stabiel winkelaanbod van acht winkels en het doet deugd om zo’n mooie achterban te hebben. Wat ook wel wil zeggen dat we met elke ophaling gemiddeld zo’n drie uur bezig zijn.


Naast onze winkels kunnen we beroep doen op de Veiling van Hoogstraten en maandelijks halen we ook voedsel op bij Food Banks (de Belgische Federatie van Voedselbanken).

De producten moeten vervolgens door ons gesorteerd worden. We halen bijvoorbeeld op jaarbasis een kleine 10 ton groenten en fruit op van de veiling.


We hebben 3 bedelingsdagen: maandag-, woensdag- en vrijdagavond die telkens druk bezocht worden. Wekelijks helpen we op deze manier zo’n 120 gezinnen, dat aantal groeit nog steeds.”


Hoe ziet een voedselpakket er bij jullie uit?


“Hier wordt veel opgehaald en verdeeld en je moet daarbij goed nadenken wat je de mensen wil geven. Onze pakketten bestaan hoofdzakelijk uit verse groenten en fruit. Indien nodig wordt dat aangevuld met droge voeding zoals pasta en rijst. Dat is een heel bewuste keuze geweest.


Voeding is een basisrecht. En dat zijn niet alleen de voorverpakte producten die op de goedkoopste manier te verkrijgen zijn.


"Gezonde voeding is niet voor iedereen vanzelfsprekend: ooit kwam hier een dame die niet wist wat selder was"

Gezonde voeding levert een grote bijdrage aan het geluksgevoel van mensen. Voor ons is het vanzelfsprekend, maar veel mensen in armoede eten zelden verse groenten of fruit, gewoonweg omdat ze er geen geld voor hebben. Eén keer stond ik echt met mijn mond vol tanden: er kwam hier een dame van in de 40 die niet wist wat selder was.


Doordat wij drie keer per week bedelen, hebben we ook de kans om veel verse producten mee te geven aan onze mensen. Gemiddeld verzetten we per week we zo’n 3 ton aan voeding. En als we merken dat we te weinig hebben, gaan we nog liever bijkopen. Tijdens Corona was dit bijvoorbeeld echt nodig.”


Heeft Corona een impact gehad op jullie werking?


“Ja, dat kan je wel zeggen. Winkels hadden ineens geen voedseloverschotten meer. Dat was een probleem, want onze bezoekers bleven wel hun pakketten nodig hebben. Gelukkig konden we dankzij een subsidie van de Koning Boudewijnstichting voor 10.000 euro groenten en fruit kopen.


We merkten aanvankelijk vooral het gebrek aan spontane doorverwijzing op. De eerste hulplijn was ineens niet meer zo bereikbaar. Dat zijn kleine rampen voor mensen die in nood zitten. Daarnaast had Corona heel wat financiële gevolgen voor zij die maar net de eindjes aan elkaar konden knopen. Sinds de uitbraak van het virus merken we, jammer genoeg, een grotere toestroom van mensen.


Voor sommigen zijn wij een opstap, voor anderen een toevluchtsoord. We hebben bezoekers die structurele armoede kennen, maar ook mensen die hier tijdelijk even komen. Als er één ding is dat Corona ons heeft geleerd, dan is het wel dat je niet veel nodig hebt om diep te vallen.”


"We barsten uit onze voegen. Als het aantal mensen blijft stijgen, hebben we dringend een grotere ruimte nodig"

Hebben jullie schrik dat jullie het op een gegeven moment niet meer kunnen trekken?


“Daar zijn we wel bang voor, ja. Qua voeding gaat dat zeker lukken, maar qua ruimte is het nu soms al moeilijk. We hebben een garage van 70 vierkante meter ter beschikking, waar zich alles afspeelt behalve de stockage van kleding.


Zodra het voedsel toekomt, staat deze ruimte al vol. Hier moeten we vervolgens nog gaan uitsorteren, 's avonds worden de bakken opengezet om de voedselpakketten te maken,...Het is zo krap dat we amper kunnen bewegen.


Als het aantal mensen blijft stijgen zoals het nu doet, hebben we een grotere ruimte nodig. We zijn dringend op zoek naar een grotere locatie. We hebben al met het bestuur rond tafel gezeten, maar zij hebben geen oplossing. Daarom doen we nu een oproepje naar particulieren of bedrijven die mogelijk een ruimte ter beschikking hebben. Als we een grotere locatie vinden, kan het aantal voedselpakketten stijgen.


Bijkomend zouden we, bij nog een stijging, een extra bedelingsdag organiseren. Dat heeft ook een serieuze impact op ons gezin.”


Helpen jullie kinderen mee met Grensloos?


“Absoluut, al is dat soms ook geen keuze. De kinderen delen soms mee in de klappen, in die zin dat ons huis voor een stuk publiek domein wordt op de bedelingsmomenten. We willen een huiselijke sfeer creëren voor onze mensen: niet zomaar een voedselpakket komen ophalen en klaar. Als er geen Corona-maatregelen zijn, gaat de koffietafel hier altijd binnen door. Dat heeft wel een impact natuurlijk.


Ik geef toe dat het niet altijd evident is. Door onze dagelijkse ophalingen, zijn we aan huis gebonden en kunnen we nooit zomaar eens een middag weg. We hebben ook al 5 jaar geen vakantie meer gehad. Gelukkig zijn onze kinderen schatten die maar wat graag willen helpen!”


Je vertelde juist over jullie koffietafel. Vinden jullie het belangrijk om zo toch wat huiselijkheid te creëren?


“Alles gebeurt hier rond de keukentafel. Hier komen de verhalen binnen en soms is dat heel schrijnend. Je ziet maskers afvallen en schilden doordringbaar worden. We doen dit om mensen te helpen. Hun gezicht zien wanneer we eten voor hen kunnen voorzien… Sommige nieuwe bezoekers beginnen zelfs gewoon te wenen: ‘Ik heb eten, ik kan terug voort'. Dat raakt mij elke keer opnieuw. Soms houd ik mensen gewoon 10 minuten in mijn armen om hen tot rust te laten komen.”


"Als je niet kan geloven dat wat je doet een verschil maakt, waarom doe je het dan?"

Waar dromen jullie van?


“We hebben een mooi netwerk aan winkels, bakkers en gewoon mensen met een moestuin die ons helpen. Dat maakt hoopvol. Ik geloof in een mooie toekomst, anders zou ik niet meer opstaan ’s morgens denk ik. Als je niet kan geloven dat wat je doet een verschil maakt in mensenlevens, waarom doe je het dan?


We hebben een rotjaar achter de rug. Eric werd gediagnosticeerd met kanker waardoor we in een rollercoaster belandden. Het deed ons ook pijn dat we geen activiteiten konden organiseren voor onze doelgroep. 2021 is het eerste jaar dat we gestart zijn zonder een nieuwjaarbrunch voor onze gasten.


Op korte termijn hoop ik dat we Corona onder controle krijgen en dat we onze wekelijkse koffietafels terug kunnen organiseren. Ik wil ook workshops organiseren rond het koken met voedseloverschotten.”


Als geld geen belemmering zou zijn, wat zouden jullie nog graag willen verwezenlijken?


“We dromen van een groot centrum waar iedereen kan samenkomen en waar we dus nog meer mensen kunnen helpen. Een plaats waar mensen tot rust kunnen komen en waar ze een bed hebben als ze dat nodig hebben. Een centrum met een ontspanningsruimte en een sociaal restaurant, waar mensen ook kunnen bijdragen door zelf mee het eten te maken.


Misschien leven wij in een utopie, maar dat is onze grootste droom. Zet daar bijvoorbeeld een maatschappelijk assistent en een psycholoog bij en je bent toch vertrokken? Een centrum waar we dan tegelijk ook voorlichting en educatie kunnen geven,…Er zijn zoveel mogelijkheden!”


Heb jij of ken jij iemand die nu een locatie ter beschikking heeft om Grensloos uit de nood te helpen? info@grensloosvzw.be of 0491 /91.24.94


Meer informatie over Grensloos vzw vind je hier


De doorverwijsbrief vind je hier





1.013 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page